Live of like?

“Ik heb je een weekje niet gezien, vakantie?”

“Ja zoiets, ik was in Windsor samen met mijn klapstoeltje.”

“Oh wow, wel uniek om zo’n huwelijk mee te maken, als je ervan houdt.”

“Ik heb er niet zoveel van meegekregen, want ik was vooral bezig om iedereen op Facebook te laten zien dat ik er was.”

Een niet onvoorstelbaar gesprek tussen twee mensen na afgelopen weekend bij de koffiemachine, toen ik de beelden van het huwelijk bekeek.

Stel je hebt het ervoor over om een paar dagen langs de route te gaan staan, zitten en hangen (hoe ga je plassen, vraag ik me altijd af), omdat je die paar historische seconden wilt ervaren wanneer het bruidspaar prins Harry en Meghan Markle voorbij komt rijden. Ok, dat kan.

Dan is de het eindelijk dé dag. Via schermen heb je gezien dat het paar de kerk gaat verlaten. Enkele minuten later hoor je de eerste paardenhoeven over de weg kletteren. Hier heb je al die ontberingen voor geleden. Je hebt inmiddels net zo’n viezig, vlassig baardje gekweekt als Harry zelf. Wilt misschien wel met hem ruilen, met Meghan meegaan. Enfin, je bent er bij! Je bent getuige van dit historische moment in de koninklijke geschiedenis.

De voorste ruiters schieten voorbij, dan komen de eerste paarden die de koets trekken. Het gaat nu gebeuren. En wat doe je? Je gaat het filmen! Net als al die duizenden anderen.

Het leven gevangen in een doos met foto’s

Zaterdagavond was ik bij een turntoernooi van mijn oudste dochter (3e plek!). Heel ouderwets de videocamera weer eens meegenomen. Digitaal, dat dan nog net wel. De laatste keer dat ik die gebruikte, was denk ik het vorige turntoernooi van 2 jaar geleden. De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat het heerlijk is om met zijn allen af en toe nog eens terug te kijken in ons leven.

“We houden het leven gevangen in een doos met foto’s,” zong Harrie Jekkers met het Klein Orkest in de jaren ’80. Het filmen op dit soort momenten heeft een duidelijke doel, hoewel ik direct toegeef dat de meerderheid van de filmpjes op de harde schijf bestaat uit een zelfde soort barbecue, dagen in ons vakantiehuisje en turntoernooien.

Maar het is interessant om te zien hoe je verandert: zoon met lage, schorre peuterstem, papa met raar, wanstaltig, lang haar, mama met, rood, kort, makkelijk, kapsel, papa met nog steeds dezelfde korte broek. Maar het is uniek omdat je het niet op een andere manier kunt terughalen en live kunt herbeleven.

Maar waarom zou je een huwelijk, dat niet je eigen is, dat door een van de grootste omroepen ter wereld is vastgelegd en dus thuis gewoon ergens binnen te halen is, willen filmen met je eigen bibberige telefoon. Ik vroeg het mijn dochter die iets meer is opgegroeid met de hedendaagse technologie en sociale media. “Om te laten zien dat je er bij was.” “Ehm… moet je daarvoor een filmpje maken,” denk ik dan. Geloven mensen dat dan niet gewoon.

Ook bij concerten zie je het vaak. Mensen die 70 euro hebben betaald om eindelijk live Ed Sheeran of anderszins te zien, en gefocust zijn op hun schermpje om maar te filmen. En thuis blijkt de microfoon toch niet zo goed te zijn en hoor je je partner er doorheen zingen. Terwijl de concertregistratie waarschijnlijk toch wel een keer met oud en nieuw langskomt. Ik zou zeggen: geniet live en vergeet die like!

We houden het leven gevangen in een doos met foto’s. En dat is, mijns inziens, de primaire functie en het primaire doel van fotograferen en filmen.

Serious Request

Was de lakactie van Tijn niet een mooi moment geweest om te stoppen met Serious Request? Die actie waarbij alleen al 2,5 miljoen werd opgehaald door mensen die hun nagels lakten. Gek genoeg heb ik niemand in mijn omgeving met gekleurde nagels zien lopen, maar goed. Het was een onverwacht hoogtepunt. Een laatste stuiptrekking van deze actie en misschien wel van NPO 3FM als geheel.

Toen ik vanmorgen even naar de beelden keek, op een geheel droge ochtend, en 5 mensen rond het huis telde, kreeg ik een deja vu aan de tijd dat ik zelf dj was bij OOG Radio (‘Jouw zender in de stad’) in Groningen. Bij een prijsvraag waar gratis pizza’s of een saunabon te winnen waren, belde geen hond, niemand. Vaak moest je in allerijl een bekende bellen of die even kandidaat wilde spelen.

Ik ben geen tegenstander van goededoelenacties en vind het belangrijk dat we in het westen verder kijken dan onze eigen grenzen. Ik ben niet zo iemand die schreeuwt dat we maar eens geld voor onze eigen voedselbanken moeten ophalen, maar ik denk dat Serious Request niet meer het middel is. Welke gemeente wil nog meebetalen aan een glazen huis dat geen extra bezoekersinkomsten zal opleveren. Ik begrijp dat 3FM ook nog geen plek heeft aangewezen voor 2018.

Nou moet gezegd dat het een gekke kerst is, dus misschien word ik in de loop van deze week nog geloochenstraft. Sinterklaas is nog maar net weg, heb ik het gevoel en over een week is het al zover. Ik denk dat meer mensen nog te veel met hun werk en school bezig zijn en pas komend weekend aan kerst denken. Maar dan wordt het glazen huis alweer afgebroken. En dat zou zomaar wel eens voor het laatst kunnen zijn.

Kind, verveel je nou eens!

Deze vakantie bestond voor ons uit een wilde zoektocht en een experiment. Het werd een safari naar de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van onze kinderen. We lieten deze zomer het schermgebruik van de kinderen namelijk wat meer vrij. Dus geen tikkende en piepende eierwekkers op de achtergrond.

Alvast een waarschuwing vooraf: ik zit weer op mijn stokpaardje over scherm- en smartphonegebruik door de jeugd van tegenwoordig, terwijl ik inderdaad zelf achter mijn eigen scherm zit.

We zaten deze weken in een voor ons overbekende omgeving in de Kop van Noord-Holland, dus de dagen vullen met ruige ontdekkingstochten? Nee, dat zat er gewoon niet in. Er werd echt veel discipline van ze gevraagd.

Daarnaast was het weer maar matigjes strand- of fietswaardig, dus we zaten veel om en rond ons huis.

IRL hutten bouwen

Toegegeven, het zou nog iets dramatischer zijn als de kinderen vervolgens alleen maar kiezen voor het kijken naar slechte YouTube-filmpjes en het lezen van klagerige blogs; voor een groot deel bouwden ze in Minecraft aan een gezamenlijke wereld. Er zit dus wel iets inventiefs in, je zou er zelfs ‘samen spelen’ in kunnen zien, maar toch. De tijd van ‘in real life’ hout sprokkelen en hutten bouwen, op verkenning door de bossen is, denk ik, gewoon voorbij.

Ok, soms pakten ze een analoog spel uit de kast, al dan niet op mijn initiatief, en ze hebben zowaar een boek gelezen. En ik kreeg ze een paar keer mee om te zwemmen in een fantastisch ruige Noordzee. Maar per dag gaan er toch 4-5 uur op aan turen op je telefoon, waarbij je als ouder ook nog eens niet altijd goed ziet wat er gebeurt.

Makkelijk vermaak

Is dat erg? Of je nu patience speelt met echte kaarten, een boek leest of iets op je smartphone doet? Mijn grootste angst is dat de creativiteit verloren gaat; het is zulk gemakkelijk, laagdrempelig ‘vermaak’ en doorgaans ook erg ego- en solistisch, waarbij je met iedereen contact hebt, maar je afsluit voor de mensen om je heen.

Ik ga echt niet zover als sommigen die Lego met bouwinstructie erbij ook al de doodsteek vinden voor creatief vermogen, maar iets anders met je vingers doen dan swipen, zou ik best toejuichen.

Of beter:… verveel je… hang op de bank… kijk lusteloos voor je uit… luister muziek… fiets een rondje… doe op je kamer alsof je radio-dj bent door muzieknummers aan en af te kondigen (ik ken de stakkers). Alles omwille van de creativiteit.

DDT van de 21e eeuw

Zijn er nou niet meer ouders die dezelfde zorgen hebben als ik. Of zitten die intussen zelf aan de ontbijttafel met de tablet op schoot. En zeggen zonder hun ogen van het scherm te halen: “Oh, ik zie dat je een 8 hebt gehaald voor Nederlands.” Je kúnt het ook vragen. Of wandelen ze met hun kind door het park gefocust op het 5 inch schermpje, terwijl hun kind voor het eerst “mama” zegt. “Ja, mooi he, pattepoef, maar nu even stil.”

Misschien kun je mij verwijten dat ik zelf te weinig afleiding en vermaak aanbied aan de kinderen (11, 13 en 15). Dat ik het voorbeeld moet geven of ze moet inspireren. Ik probeer echt wel om leuke dingen met ze te doen. Maar er moet ook opgeruimd worden, gewassen, afgewassen en -gedroogd, de hond uitgelaten enz.

En de vraag is natuurlijk ook hoe goed of slecht veelvuldig schermgebruik is. Naast ongetwijfeld het verslavende aspect en de mentale druk om altijd ‘online’ te zijn, wat veel jongeren al richting een burn out schijnt te duwen. Ik denk dat we die vraag pas over 20 jaar goed kunnen beantwoorden.

Net zoals het enkele jaren duurde voordat we erachter kwamen dat DDT niet alleen tot gezondheidsproblemen bij ongedierte leidde en asbest inhaleren bij nader inzien toch maar werd ontraden, denk ik er achteraan.

Tot 5 uur online. Ik.Vind. Dat. Niet. Normaal.

Wij zijn best strikt, zeker. En gelukkig zag ik de koning in zijn meest recente interview hetzelfde zeggen, dus ik ben in goed gezelschap.

Ik hoor van mijn kinderen dat vrienden en vriendinnen wel eens tot 5 uur ‘s nachts online te vinden zijn. Ik.Vind.Dat.Niet.Normaal. Als je eigenlijk 9-10 uur slaap nodig hebt. Bij ons blijven apparaten om die reden beneden en gaan niet naar de slaapkamer. Het zou het al flink makkelijker maken als andere ouders daar net zo consequent in zijn als wij. Al is het maar om te voorkomen dat mijn kinderen de doetjes van de klas worden. Maar onder het mom: “hij heeft geen wekker (😐),” heb ik weinig hoop.

Lieve lezers, reguleren jullie dat enigzins en hoe? Mag een smartphone wel mee naar de slaapkamer, of waarom juist niet?

Zwart als roet? Zwart van ‘t roet!

Het heeft even geduurd, ik heb me afzijdig gehouden, maar op de valreep toch nog even zwartepieten. Ik heb nog een paar uur. Alles in mij zegt: houd Piet zwart, maar niet ‘zwart als roet’, maar ‘zwart van ’t roet’.

Ik was er gewoon steeds niet uit: hoe moet Piet eruit zien. Dat komt omdat ik me in de argumentatie van beide kampen niet kan vinden. En met het rechtspopulistische standpunt heb ik moeite omdat het oneigenlijk is en vooral niet bijdraagt aan een oplossing.

De VVD zit overigens nu pijnlijk in de spagaat. Intern verdeeld tussen voor- en tegenstanders. En intussen de premier die het wegzet als volkstraditie, waar de politiek zich niet mee moet bemoeien. Horen volksvertegenwoordigers niet anders te doen dan zich te bemoeien met volkszaken. Sterker nog: worden ze daar niet voor betaald. En was het niet het Ministerie van Onderwijs dat nieuwe liedboeken liet aanrukken waarin ‘knecht’ omgebouwd werd tot ‘Piet’: ‘Zijn Piet staat te lachen’.

Waarom ben ik tegen een Piet die zwart is?

Mijn docent argumentatieleer Rob Grootendorst zou me er een onvoldoende voor geven. Maar ik ben dus tegen een zwarte Piet omdat ik de voorstanders niet trek. Zwarte Piet wordt door de nationalisten gekaapt en ingezet in hun xenofobe straatje. Want we moeten ons land terugpakken.

“Mijn kind wil dezelfde Sinterklaas als ik. We houden het als vroeger,” is dan ook de troefkaart. Oh ja, sterk, vroeger was alles beter. Dat je nog een kilometer langs de snelweg moest lopen naar een gele paal als je pech had, wanneer je pech had. Mooie tijd. Dat je nog moest bladeren van pagina 40 naar 398 in je spoorboekje op een winderig perron om te kijken of je een aansluiting van de trein zou halen. Veel praktischer. Dat je naar het postkantoor moest om met een girobetaalkaart geld op te halen voor het weekend. Veel gezelliger. Vroeger ja, toen we Indië nog hadden.

Maar ja, helaas. De moslims willen dat natuurlijk allemaal niet meer.

Waarom ben ik voor een Piet die zwart is?

Als kind heb ik vast en zeker tegen een Afrikaanse cliënt van mijn moeder gezegd: “Hey Zwarte Piet.” Bedoelde ik daarmee: “Ik mis de jutezak op je rug die de associatie oproept van een katoenplukker die wij Nederlanders per schip van Afrika naar Zuid-Amerika hebben vervoerd. En daarom vind ik je sowieso minderwaardig?” Nee. Ik zag in hem de vrolijke nar die mogelijk een cadeautje voor me had.

Ik kan dus niet goed bij de stroopwafelpieten en de Piet Mondriaans die het Sinterklaasjournaal te berde brengt als surrogaatknechten. Of…. hanteert de NTR de truc van het witte hondje?

Een docent Oost-Europese geschiedenis heeft mij ooit verteld dat een schilder in het communistische Tsjechoskowakije een portret moest maken van de grote leider. Hij vond het zelf mislukt en vreesde een enkeltje Siberie. Daarom schilderde hij op de schoot van de leider een wit hondje. Toen de leider kwam kijken, zei hij direct: “Wat doet dat hondje daar? Haal dat weg!” Hij was zo afgeleid door het hondje dat hij de rest van het schilderij niet meer goed bekeek, wat de redding voor de schilder was.

Het Sinterklaasjournaal kan dezelfde truc gebruiken dat nu iedereen over de kleurenpieten valt en dat volgend jaar iedereen toch tevreden is met veegpieten. Doe twee stapjes naar voren, en een stapje terug.

Voor mij is Zwarte Piet een clown die vanwege zijn verblijf in de schoorsteen zwart is geworden. Door hem bruin te schminken, wat nu als halfbakken excuusPiet wordt gebruikt, maak je het alleen maar erger. Dat slaat nergens op en kan alleen maar meer met Afrikaanse roots te maken hebben. Of stoken we bruinkool in de kachel?

Als we gewoon de zinsnede ‘Ook al ben ik zwart als roet’ zouden wijzigen in ‘Ook al ben ik zwart van’t roet’, dan zijn we in een keer klaar. En dat hij dan de knecht van Sinterklaas is, lijkt me geen enkel probleem.

Uitlaten is niet loslaten (hondverhaal)

Ook al staat je hond heel goed ‘onder appèl’ en wijkt dus niet van je zijde, zelfs al komt een kat voorbij drentelen, de zogeheten ‘uitlaatgebieden’ zijn niet bedoeld om hem los te laten lopen. Dat zorgt namelijk voor een ongelijke situatie met honden die wel aangelijnd zijn. Gelijnde honden voelen zich minder vrij en opgesloten of voelen zich juist gesterkt omdat ze vlakbij hun baas zijn. Whatever. De situatie is in ieder geval niet in evenwicht.

Voor loslopen zijn ‘losloopgebieden’. Voor Ivana (dit verzin ik niet) geldt dat blijkbaar niet. Die komt dwars over de straat aanrennen, met een vrouw met getatoeëerde opzichtige decollete, roepend er achteraan, bij wie de naam Ivana zelf niet zou misstaan. 

Als ik zeg dat het misschien handiger is om hem vast te hebben zegt de vrouw, klassiek: “Zo doet hij anders nooit.” (Ivana is dus blijkbaar een reu). Des te vreemder was alleen dat ze kort daarvoor, toen ze mij zag aankomen met Simba, met Ivana gelijk rechtsomkeert maakte en hem daarna al een keer had opgepakt toen hij dreigde over te steken. Zo doet ze anders nooit?

Wie was nou echt de beste in Rio? Leve Grenada

Hebben ‘we’ het nou goed gedaan in Rio of niet? 240 sporters, tegen de 20 medailles en een relatief klein land. Ik zou zeggen: het gaat, ondanks wat teleurstelling. Maar hoe goed zijn we nu? En wie is de beste?

Volgens de medaillespiegel staan we op plek 11 van de 207 deelnemende selecties, niet verkeerd. De medaillespiegel gaat in principe puur uit van de gouden medailles. Alleen de eerste plaats telt, zou je kunnen zeggen :

1. Verenigde Staten: 46

2. Groot-Brittannië: 27

3. China: 26

4. Rusland: 19

5. Duitsland: 17

6. Japan: 12

7. Frankrijk: 10

8. Zuid-Korea: 9

9. Italië: 8

10. Australië: 7

11. Nederland: 8

12. Hongarije: 8

13. Brazilië:7

14. Spanje: 7

15. Kenia: 6

16. Jamaica: 6

17. Kroatië: 5

18. Cuba: 5

19.Nieuw-Zeeland: 4

20. Canada: 4

Om te beginnen vind ik het al eerlijker als je goud 3 punten geeft, zilver 2 punten en brons 1 punt. Voor de top 20 betekent dat het volgende:

1. Verenigde Staten: 46-37-38 = 250 punten

2. Groot-Brittannië: 27-23-17 = 144 punten

3. China: 26-18-26 = 140 punten

4. Rusland: 19-18-19 = 112 punten

5. Duitsland: 17-10-15 = 86 punten

6. Frankrijk: 10-18-14 = 80 punten (7)

7. Japan: 12-8-21 = 73 punten (6)

8. Italië: 8-12-8 = 58 punten (9)

9. Australië: 7-10-10 = 51 punten (10)

10. Zuid-Korea: 9-3-9 = 42 punten (8)

11. Nederland: 8-7-4 = 42 punten

12. Brazilië:7-6-6 = 39 punten (13)

13. Spanje: 7-4-6 = 35 punten (14)

14.Nieuw-Zeeland: 4-9-5 = 35 punten (19)

15. Hongarije: 8-3-4 =  34 punten (12)

16. Canada: 4-3-15 = 33 punten (20)

17. Kenia: 6-6-1 = 31 punten (15)

18. Jamaica: 6-3-2 = 26 punten (16)

19. Kroatië: 5-3-2 = 23 punten (17)

20. Cuba: 5-2-4 = 23 punten (18)

Deze rekenmethode haalt niet heel veel overhoop, behalve dat Nieuw-Zeeland en Canada een sprongetje maken dankzij veel zilver en brons.

Maar zou je niet meer kans op plakken hebben als je meer deelnemers hebt? Is dat geen factor om rekening mee te houden? Het aantal punten afgezet tegen het aantal meegenomen sporters, levert het volgende beeld op:

1. Verenigde Staten 250 punten/554 deelnemers = 0,451 (1)

2. Rusland: 112/282 = 0,397 (4)

3. Groot Brittannië: 144 punten/366 deelnemers = 0,393 (2)

4. Jamaica: 26/68 = 0,382 (16)

5. Kenia: 31/89 = 0,348 (15)

6. China: 140/413 = 0,339 (3)

7. Hongarije: 34/106 = 0,321 (12)

8. Kroatië: 23/87 = 0,264 (17)

9. Japan: 73/338 = 0,216 (6)

10. Zuid-Korea: 42/205 = 0,205 (8)

11. Frankrijk: 80/395 = 0,203 (7)

12. Duitsland: 86/425 = 0,202 (5)

13. Cuba: 23/120 = 0,192 (18)

14. Italië: 58/309 = 0,188 (9)

15.Nieuw-Zeeland: 35/199 = 0,176 (19)

16. Nederland: 42/242 = 0,174 (11)

17. Australië: 51/421 = 0,121 (10)

18. Spanje: 35 /306 = 0,114 (14)

19. Canada: 33/314 = 0,105 (20)

20. Brazilië: 39/465 = 0,084 (13)

Kijk, het klassieke Oost-West beeld is plots weer terug: VS op 1, Rusland op 2. Hieruit blijkt dat Rusland ondanks afwezigheid van dopingsporters wel nog altijd goed scoort.

Bizar idee trouwens dat als je een groep Amerikaanse sporters treft, dat gemiddeld bijna de helft ervan een medaille heeft gewonnen. In dit overzicht zakken we een paar plaatsen terug.

Maar, geeft dit nu uitsluitsel over de sportiviteit van een land? Duitsland heeft waarschijnlijk gewoon (te) veel sporters gestuurd en dus relatief slecht gescoord. Net als Australië, Brazilië en Nederland. Je bent hierbij natuurlijk sterk afhankelijk van hoe streng de normen van een land zijn voordat het iemand naar de Spelen stuurt.

En eigenlijk zou hier uit de landen buiten de top 20 ook nog een verrassing kunnen komen. Wat te denken van Grenada. Het heeft met 6 deelnemers 1 zilveren medaille, dus in mijn berekening 2 punten gescoord. Het komt daarmee uit op een relatieve score van 0,333, dus zou een 7e plek hebben gehaald.

En telt dan nietook nog mee hoe groot de vijver is waar je uit kunt vissen. Uit 1,3 miljard Chinezen kun je waarschijnlijk meer sporters halen dan uit de 110 duizend Grenadezen. Oke, voor het idee het aantal Olympische punten per miljoen inwoners dan maar:

1. Jamaica: 26/3 = 8,66 (18)

2. Nieuw-Zeeland: 35/4 = 7,955 (14)

3. Kroatië: 23/4,5 = 5,111 (19)

4. Hongarije: 34/10 = 3,400 (15)

5. Nederland: 42/17 = 2,471 (11)

6. Groot-Brittannië: 144/64 = 2,25 (2)

7. Australië: 51/23 = 2,237 (9)

8. Cuba: 23/11 = 2,091 (20)

9. Frankrijk: 80/66 = 1,203 (6)

10. Duitsland: 86/81 = 1,06 (5)

11. Canada: 33/35 = 0,943 (16)

12. Italië: 58/62 = 0,937 (8)

13. Zuid-Korea: 42/49 = 0,857 (10)

14. Rusland: 112/142 =0,803 (4)

15. Verenigde Staten: 250 punten/321 miljoen = 0,779 (1)

16. Spanje: 35/48 = 0,729 (13)

17. Kenia: 31/46 = 0,674 (17)

18. Japan: 73/127 = 0,575 (7)

19. Brazilië: 39/204 = 0,191 (12)

20. China: 140/1367 = 0,102 (3)

Hop, dat is nog eens een verandering. Nu staan we opeens hoog bovenin. Toch nog even kijken hoe Grenada zou scoren volgens deze systematiek: 2 punten/0,1 miljoen inwoners = 18,182. 

Ok, helder: Grenada is het meest succesvolle sportland.

Apenkermis van alfamannetjes

Ons dorp is gezegend met een prachtig openluchtzwembad. Het was onlangs een keer dusdanig warm dat enige verkoeling op zijn plaats was. Kijken en bekeken worden. Nou, dat laatste gaat voor mij wat minder op. Ik maak me des te meer ongegeneerd schuldig aan het eerste.

Op zo’n speelweide heb je dus behoorlijk interessante dynamiek.

Je hebt er de groep echte alfamannetjes. Onder de plakplaatjes en vaak met grotere, gladder geschoren, borsten dan de zonnebankbruine vrouwen in witte bikini aan hun zij. Die uiteraard met vlinder op de onderrug gebrand. Iets zegt mij dat ik niet iemand per ongeluk moet aanstoten. De ouders van de kortgeschoren koppen zitten er ook. Gezellig. Daar ga je ook mee op vakantie en wwon je bij om de hoek, dus waarom niet. En moeder die bij het lachen rochelt als een oude uitlaat van een tweetakt brommer.

En verderop klit de dorpsjeugd wat bij elkaar. De fijnzinnige krachtterm ‘kanker’ wordt vaak gebezigd, ze voetballen op een stukje gras tussen overige bezoekers dat uiteraard veel te krap is, dus irritatie met andere zonaanbidders. En het is de vraag hoeveel plezier ze hebben. Ze kijken alsof ze net de diagnose van eerder genoemde ziekte gesteld hebben gekregen. Maar dat is cool, vet, chill, dab, prank, weet ik het. 

Vooral het koppeltje (tieners) dat tezamen te water gaat, kijkt alsof ze zich afvragen waarom ze in vredesnaam hier terecht zijn gekomen. En vooral waarom met elkaar. En hoe lang nog met elkaar, hoewel het meisje net op de jongen ging liggen in een pose dat het katoen er in ieder geval nog voor zorgde dat er geen kindjes van kwamen. De handjes nu echter ongeïnteresseerd in elkaar. Vooral om je heen kijkend door een te grote zonnebril. Waarom het water in met zonnebril, vrasg ik me af.  De genegenheid voor een zojuist uitgepoepte drol is, vrees ik, groter. Blijf dan lekker thuis, of kom lekker alleen.

En ik? Ik heb de tijd van mijn leven… 

Beeldschermloze zaterdag

De eerste in maart eindigde met een avondje sterren kijken. En dan niet de Pips en Pims van deze wereld, een koppel dat, tot vermoeiends toe, in ieder televisieprogramma opduikt waarin BN’ers wordt gevraagd om iets te doen wat ze normaal niet doen. Maar het ging om echte sterren, die flonkerende brandende hemellichamen.

Inmiddels hebben we drie ‘schermloze zaterdag’en achter de rug. En echt: het is een aanrader. Ouders die de krant eens helemaal lezen, spelletjes die uit de kast komen, puzzelboekjes die erbij worden erbij gepakt, kasten opgeruimd. Het is rigoreus: geen televisie, geen mobiels, geen laptops, geen tablets, geen computers, geen Playstation, een hele zaterdag lang.

Het heeft misschien iets geitewollensokkerigs en mijn kinderen vervloeken mij vermoedelijk dat ik dit publiek maak, ‘genant’ maar het is heerlijk om niet die drang te voelen om continu je berichten te checken. Ik pleit voor een landelijke dag!

Gardena geluk, Kärcher kick

Wij zijn klaar voor de zomer, maar als ik naar buiten kijk zie ik dat het nog niet wederzijds is. Nog nooit zo goed voorbereid geweest op een nieuw buitenseizoen. Op 10 april stond de loungebank er al, tegelvloertje was gelegd voor de buitentafel, snoeiwerk verricht en het terras gekärcherd.

Meestal was het als wij terugkwamen van vakantie in augustus, dat ik dacht: “Oei, die Hedera (altijd groene klimop) schiet wel erg uit de klauwen, laat ik die eens flink snoeien.” Waardoor je de rest van het naseizoen tegen een kale schutting zat aan te kijken. Of ik snoeide op een moment waardoor een plant het niet overleefde omdat zijn sappen net vol op stoom waren gekomen.

Ik kom van een bovenhuis in Amsterdam, hè, en heb tot dit huis nooit een tuin gehad, dus ben nog altijd lerende.

image

Ook nog de schuur opgeruimd. Zelfs haakjes in de muur geboord om het gereedschap aan op te hangen. Dat is een stukje Gardena-geluk. Van de Praxis, dan. En ook direct naar de vuilstort, dus we zitten niet de rest van het jaar met een stapel zooi in het gras. Gelijk maar even een nette box voor de kussens van de loungebank. Man, wat was ik blij.

Klein nadeeltje, want blijkbaar had ik de buren geïnspireerd. Terwijl ik al klaar was op een zondagmiddag, die qua weer wel uitnodigde tot gebruik van de loungebank, werd ik 5 uur lang geconfronteerd met de hogedrukspuit van de buurvrouw en de 3 avonden erna deed haar man het nog even dunnetjes over.

image

Maar binnen ook geen enkel probleem om me te vermaken. Het ultieme geluk is wel de Kärcher stoomreiniger. Wat een feest! Oppassen met te koude ramen dat ze niet door het temperatuurverschil uit de sponningen knappen, maar de afzuigkap of vette tegels, no problem. Laat de winter maar volharden.

Wegwerpkinderen

Tijdens het uitlaten van de hond: 2 kinderen (+\- 12) die bij AH een zak met croissantjes en 2 blikjes kopen. Ook zo’n standaard pre-tiener voedselpakket, waar iedereen mee loopt.  Gelukkig niet zo’n hard plasticverpakking. Daar heb ik helemaal de schurft aan.

Meisje laat de zak gewoon vallen op straat. Dus ik zeg: “Je laat iets vallen, stop je dat even in de prullenbak?” Ze pakt hem op en draagt hem mee. Ik loop steeds gekijktijdig met hen op, dus kijk af en toe of ze haar belofte houdt.

Heel even raak ik ze uit het oog. En kort daarna plots geen blikjes en geen zak meer in de handen. We zijn geen prullenbak tegengekomen, maar ik heb ze het niet zien neergooien.

Mijn wandeling gaat de zelfde weg terug. Verderop in een geparkeerde aanhangwagen zie ik 2 blikjes en een plastic zak liggen. En wie gooit het daarna wel in de daartoe bestemde vuilnisbak….